maandag 31 maart 2014

DE WILDE GANS KLAPT MET ZIJN VLEUGELS

De gebeurtenissen in Oostvaardersplassen, bij mij om de hoek, volgen elkaar in rap tempo op. Nu zie je ineens overal Grauwe Ganzen verschijnen met jongen. Vaak in groepen met meerdere volwassenenen. Een spectaculair gezicht! In de muziek is de rol van de gans erg klein. Het enige mij bekende stuk dat verwijst naar een gans is van de hand van Mike Oldfield: Wild goose claps his wings. We horen niet de roep van de gans, dat had beter gepast binnen deze blog. Die roep is goed om inbrekers te verjagen op een boerenerf, maar voor componisten waarschijnlijk niet interessant. Het gaat om het klappen van de vleugels, goed te horen in het stuk. Er zijn verschillende theorieën over de betekenis van de titel. Direct uit de omgeving van de artiest komt de suggestie dat Mike Oldfield geïnspireerd was door een serie Tai Chi bewegingen met de naam Wild Goose. Kijk naar de YouTube film om de inspiratie van Oldfield te beoordelen.


Foto: Grauwe Gans

zondag 30 maart 2014

DAAR IS DE FITIS WEER!

Na de Tjiftjaf is nu ook de Fitis (Phylloscopus trochilus) teruggekeerd uit zijn winterverblijf. De Fitis is samen met de Tjiftjaf verklankt in het eerder genoemde stuk van Andries Hartsuiker Vogels op de piano. Mooi komt daarin het grote verschil in zang tussen beide, in uiterlijk zeer op elkaar lijkende vogels, naar voren.
Speciaal voor deze gelegenheid heeft dochterlief dit stuk gespeeld en op You Tube gezet.
Zingt de Tjiftjaf zijn eigen naam, de Fitis kun je onthouden via de zin: ' Het is nu nog mooi weer, maar dat blijft niet zo', waarbij de laatste drie woorden aflopend van toon zijn. Hopelijk heeft hij ongelijk.
                                                                                                                                   



Foto: Fitis


zondag 23 maart 2014

DE TJIFTJAF, EEN ONDERGEWAARDEERDE LENTEVOGEL

De Tjiftjafs zijn de afgelopen veertien dagen uit hun winterverblijf in ons land gearriveerd. Componisten nemen in hun lentestukken meestal de Koekoek op als illustratie, maar die arriveert pas in het tweede deel van april als de lente al flink op gang is. Eigenlijk is de Tjiftjaf (Phylloscopus collybita) de echte lentevogel. Hij is helaas bij componisten niet erg populair. Er is mij geen compositie bekend waarin de Tjiftjaf als illustratie bij de lente wordt gebruikt. Aan zijn zang kan deze achterstelling bij de Koekoek niet liggen, net als deze zegt hij zijn eigen naam. Twee duidelijke lettergrepen tjif-tjaf, net als koe-koek. Zo te gebruiken in een compositie, wat ook vaak gebeurt, maar dan niet bewust. Luister maar eens naar het koor See, see, we assemble uit de opera King Arthur van Henry Purcell. Dat is toch gewoon de Tjiftjaf? Maar dat heeft Purcell nergens toegegeven.
Olivier Messiaen heeft de Tjiftjaf in een paar composities heeft verwerkt, maar niet als heraut van de lente. Bijvoorbeeld in Le Loriot (De Wielewaal) uit Catalogue d’ Oiseaux deel II. In de uitvoering van Håkon Austbø hoor je de hem op 4.50 en 5.16 seconde vanaf het begin. De moeite waard is ook het deeltje Tjiftjaf en Fitis uit van Vogels op de piano van Andries Hartsuiker (nog niet op YouTube). Leuk om zelf te spelen als je zover op de piano bent.
Ook bij het grote publiek is de Tjiftjaf onbekend terwijl je hem, als je je maar even in het groen van een park of bos waagt, praktisch direct kunt horen. Hij is niet minder zichtbaar dan de koekoek, die zich evenmin makkelijk laat zien. Maar ja als je je keurig en onopvallend gedraagt wordt je ook minder opgemerkt. Zo is dat ook in de mensenwereld.


Foto Tjiftjaf

Luister naar de Tjiftjaf van Messiaen, geïsoleerd uit Le Loriot.

zondag 2 maart 2014

GEJODEL OP DE HEI

Vanmorgen zijn we naar de Ermelose Heide gereden om de aldaar baltsende Boomleeuweriken te beluisteren. We hebben er twee in actie gezien. Overigens hoorden we ook een aantal Veldleeuweriken al hoog in het zonnetje zingen. Je kunt ze goed uit elkaar houden, de Veldleeuwerik vliegt al zingend recht omhoog tot wel 60 meter en daalt ook weer op dezelfde wijze. De Boomleeuwerik zingt ook op grote hoogte maar maakt ondertussen rondjes. De zang van beide vogels verschilt ook. De Veldleeuwerik produceert een aanhoudende en jubelende serie rollers en trillers, de Boomleeuwerik meer melancholieke jodelende frasen. Verschillende namen van de Boomleeuwerik wijzen al op deze zang. Latijn: Lullula arborea, Frans: Alouette lulu. Een goed op dreef zijnde Boomleeuwerik hoeft niet onder te doen voor een Nachtegaal. Net als deze laatste vogel zingt hij overigens ook ’s nachts.
Voor een compositie met deze Boomleeuwerik moet je weer bij Olivier Messiaen aankloppen. In zijn Catalogue d’Oiseaux deel VI speelt hij in L'alouette-lulu (start op 7.35) een grote rol met zijn nachtelijke tegenspeler de Nachtegaal.
Op naar de hei!