woensdag 24 juni 2015

DRS. P EN DE KANARIE

Wat zei de onlangs overleden Drs. P over vogels? We verwennen ze te veel ten koste van de diersoorten waarmee ze zich voeden, zingt hij in ‘Verlaten’.  

Wij mensen zijn een vloek voor het insect 
We nemen steeds meer vogels in bescherming 
Die eten vlinder, kever, vlieg en mug 
En wesp en bij – die kennen geen ontferming

Een mooi voorbeeld van deze bescherming geeft hij in het lied ‘Dierenliefde’. Hierin vergiftigt een vogelliefhebster de kat van de buren, omdat deze haar ‘schepseltjes van God’ teveel belaagt. Daarentegen blijkt zijn sympathie voor vogels weer uit het ironische ‘Natuurliefde’.

O houtsnip, vos en ander wild, wat wilt u met uw klacht 
Er is niets mooiers in het leven dan de jacht 

Natuurlijk bedoelt hij hier het tegendeel.
In ‘Troostvogel’ is hij echt positief:

Dan komt de vogel met een lied 
Je hoort hem, maar je ziet hem niet 
En als hij voor je heeft gezongen 
Dan vliegt hij weg met jou verdriet

Dat drs. P een plaats in deze blog krijgt heeft hij niet te danken aan bovenstaande teksten, daarin wordt geen vogel verklankt, maar aan het refrein uit zijn lied ‘De zusters Karamazov’.

Terwijl de kater sliep
En de pendule liep
En de kanarie sprak:
Tjiep tjiep tjiep tjiep 

Met enkel ‘tjiep’ wordt de kanarie niet helemaal recht gedaan. Wat dat betreft kun je beter terecht bij Mozarts ‘Der Kanarienvogel’, een van de Deutsche Tänze für Orchester KV 600.
Overigens hebben Drs. P en Mozart het over het huisdiertje (Serinus canaria), niet over de wilde Europese Kanarie (Serinus serinus), die bijvoorbeeld in het vierde deel van Olivier Messiaens ‘Reveil des Oiseaux’ verwerkt is. Dit vogeltje is kleiner en zingt minder welluidend. Helaas in Nederland weinig te horen.
Wat echter vaker het geval is bij Messiaen, je moet het wel weten! En dan nog kan de herkenning moeilijkheden opleveren. Luister naar de vergelijking in een filmpje©

Afb. Europese Kanarie

Tante Constance en Tante Mathilde, liedteksten van Drs. P. Verzameld door Ivo de Wijs, 2006

zaterdag 20 juni 2015

DE KWARTEL

Het is een goed kwarteljaar. Op de populaire waarnemingssite Waarneming.nl worden elke dag tientallen kwartels gemeld. Zelf heb ik er twee gehoord en wel in de Vughtse Gement, een gebied met ouderwetse akkers waar de kwartel zich nog thuis voelt. Dit bruingekleurde familielid van de fazant, niet groter dan een spreeuw, komt elk voorjaar vanuit het zuiden over om hier te broeden.
De dichter Samuel Friedrich Sauter (1766 - 1846) omschrijft in zijn gedicht ‘Der Wachtelschlag’ de verblijfplaats van de kwartel treffend als: ‘Sitzend im Grünen, von Halmen umhüllt’. Je krijgt hem dan ook zelden te zien. Zijn roep ‘kwik-me-dit’ is net als die van de koekoek wel onmiddellijk herkenbaar.
In vroegere tijden moeten er veel meer geweest zijn, getuige het feit dat hij in veel klassieke muziekstukken aandacht krijgt. Leopold Mozart, vader van, schreef voor zijn Kindersymfonie het gebruik van kwartelfluitjes voor, een bewijs dat ook kinderen in de achttiende eeuw de kwartel gehoord moeten hebben. Dit kan van hedendaagse kinderen niet gezegd kan worden. Velen kennen niet eens de koekoek, zo vertelde mij laatst een pianolerares die een koekoeksstuk in haar lesmateriaal had opgenomen. De bekendste kwartel is ongetwijfeld die in de zesde symfonie 'Pastorale' van Beethoven. In het tweede deel ‘Scene am Bach’ laat Beethoven binnen drie maten, de nachtegaal, de koekoek en de kwartel horen.

(fragment ontleend aan Wikipedia)

Voor Beethoven was de kwartel een kenmerkende vogel van het akker- en weidelandschap. Hij heeft er zelfs nog een apart lied voor geschreven waarvoor hij de tekst van Sauter gebruikte. In zijn 'Wachtelschlag' laat hij de kwartel horen via de piano en in de zang. ‘Fürchte Gott, fürchte Gott! Ruft mir die Wachtel ins Ohr’. Ook Schubert heeft met dezelfde tekst een compositie aan de kwartel gewijd. ‘Machen Gefahren der Krieger dir bang: Tröstet mich wieder der Wachtelgesang’. Een nog zeer toepasselijke tekst!
 
   

woensdag 3 juni 2015

DE KOEKOEKSKLOK

Twee feiten zijn van beslissend belang voor het imago van de Koekoek. Allereerst is daar zijn broedparasitisme, de gewoonte om zijn ei in het nest van een andere vogel te leggen en het uitgekomen jong door deze waardvogel te laten grootbrengen. Dat maakt dat hij symbool staat voor onbetrouwbaarheid en ontrouw. Daarnaast heeft hij last van zijn optreden in koekoeksklokken. Dat heeft hem een hoog kiekeboegehalte verschaft, en dat is niet terecht want het is niet zijn gewoonte om vanuit de struiken tevoorschijn te komen en pas dan koekoek te roepen. De associatie koekoek-klok is zo sterk dat veel mensen denken dat de koekoeksklok tegelijk met het slingeruurwerk is ontstaan. Dat is niet het geval. De koekoeksklok is pas in 1730 bedacht door een klokkenmaker in het Zwarte Woud. Die wilde een wekker met een kraaiende haan construeren, wat erg moeilijk bleek. Bij nader inzien vond hij een Koekoek eenvoudiger.

De componist die een paar jaar geleden het 16-eeuwse Napolitaanse liefdeslied ‘St’amaro core mio’ voor het gezelschap Daedalus wilde instrumenteren ging behoorlijk in de fout door een koekoeksklok in het arrangement op te nemen. Die was tijdens het ontstaan van het lied nog niet uitgevonden. Het stuk gaat over een ongelukkig persoon die zich vergelijkt met een lopende klok, die slag op slag geeft. Wel op zijn plaats is de koekoeksklok in de compositie voor viool en piano ‘Impressions d’enfance op.28’ van George Enescu (1881-1955). In het vierde stuk ‘L’oiseau en cage et le coucou au mur’ hoor je eerst, niet op een soort terug te voeren, vogelzang. Daarna barst ineens een koekoeksklok los, een geluid dat de componist in zijn jeugd gehoord moet hebben. Gezien het geboortejaar van Enescu is dat zeer goed mogelijk. Een mooi koekoekskloknummer is ‘Cuckoo clock’ van de Beach Boys. Het is best mogelijk dat deze Amerikaanse zangers zelf nog nooit een Koekoek in het echt gehoord hebben. Geen enkele Amerikaanse Koekoek zegt ‘koekoek’ zoals de Europese soort. Misschien kenden ze de zang alleen van de klok die hun ouders of grootouders tijdens een vakantie in Europa kochten. Wij hun hamburgers, zij onze koekoeksklok. Aardige uitruil.

Foto: Koekoeksklok, gezien in een winkel in Freiburg