maandag 21 april 2014

TREE, TREE, BOABAB TREE

Een van de leukste vogelontmoetingen is die met een Bonte Vliegenvanger (Ficedula hypoleuca). Dat geluk overkwam mij vorige week. Je hebt er een oud, gevarieerd landschap voor nodig. Je ziet zo’n vogeltje dus meestal te midden van natuurschoon. Zijn verschijnen is bijzonder, van voren gezien is hij bijna helemaal wit, zodat je in eerste instantie denkt een isolatorknop te zien. Het lied is niet luid en eenmaal gehoord makkelijk te herkennen, maar lastig in een muziekstuk te verwerken. Dat probleem heeft de Engelse zangeres Kate Doubleday omzeild door niet de zang, maar het ezelsbruggetje daarvoor te gebruiken. Deze is in het Engels: Tree, tree once more I come to thee, tree, tree Boabab tree. In haar lied Pied Flycatcher komt deze tekst meerdere malen voor. Vooral dat tree-tree, veel vlugger dan in het lied, onderscheidt de vogel van veel buurtgenoten. Het lied zelf beschrijft het gedrag van de Bonte Vliegenvanger en zou niet misplaatst staan in een vogelgids.
Wie durft iets dergelijks te doen met ‘Ik groet u zoet lief’ van de Houtduif, ‘Het is mooi weer maar het blijft niet zo!’ van de Fitis, ‘Wie, wie hab ich dich so liiiiieb’ van de Geelgors of ‘Fredrik, Fredrik, kiss me, kiss me, kiss me, do it quick, do it quick’ van de Zanglijster?


Foto: Bonte Vliegenvanger

zaterdag 12 april 2014

DE MUZE VAN DEBUSSY

Gisteren startte er weer een nieuwe serie afleveringen van de De Tiende van Tijl, een programma over klassieke muziek. Daarin was een item gewijd aan hits en inspiratie. Zo bleek de hit-lp van Pink Floyd Dark Side of the Moon, geïnspireerd te zijn door de jazz-lp Kind of Blue van Miles Davis, die op zijn beurt weer schatplichting was aan Claude Debussy (1862-1918). Bij wijze van illustratie werd Prelude Book 1 no 2 Voiles voor piano van Debussy ten gehore gebracht. Dit is toevallig net het stuk dat de Duitse musicoloog Jan Reichow in een radio-uitzending enige jaren geleden als voorbeeld gaf van de overeenkomst van de muziek van Debussy en de zang van de Roodborst. Dit voorbeeld van inspiratie is niet bewezen. Debussy heeft hier nooit iets over gezegd. Die overeenkomst pleit wel voor het componeervermogen van de Roodborst.

maandag 7 april 2014

DE ALOM AANWEZIGE ZWARTKOP

Hij was er al een week of twee, maar nu pas hoor je hem echt overal in parken en bossen: de Zwartkop (Sylvia atricapilla). Zijn zang is gemakkelijk te herkennen. Hij begint wat aarzelend en onmelodieus, om te eindigen met een aantal welluidende klanken. Het aanloopstuk is steeds anders, het slot is dan weer ongeveer hetzelfde, maar kan verschillen per individu. Je krijgt hem niet gemakkelijk te zien, zeker niet nu alle bomen en struiken in blad beginnen te komen. Als je zijn zang eenmaal kent zul je merken dat hij op elke vakantieplek in Europa aanwezig is.
Olivier Messiaen laat de Zwartkop horen in zijn Reveil des oiseaux, deel 3 Chant de la matinee (11.30 vanaf het begin van de gelinkte uitvoering). Daar hoor je de piano in een imitatie van een wel hele actieve Zwartkop.


Foto: Zwartkop