donderdag 26 februari 2015

MESSIAEN EN DE HEGGENMUS

Vorig jaar (7 februari 2014) schreef ik nog dat mij geen muziekstuk bekend was waarin de Heggenmus (Prunella modularis) een rol speelt. Ik vond dat vreemd omdat de Heggenmus een algemeen voorkomende vogel is die zijn zang al heel vroeg in het jaar laat horen.
Inmiddels kan ik melden dat hij op minstens twee plaatsen voorkomt in het werk van Olivier Messiaen.
Zo is hij te horen in zijn compositie Reveil des Oiseaux en wel in deel 2 'Heures du matin' op ongeveer 25 seconden vanaf het begin (niet op You Tube). moeilijk te onderscheiden van de roodborst die tegelijkertijd klinkt.
Onlangs beluisterde ik weer eens de Turangalîla-symfonie van Messiaen. Het prachtige zesde deel Jardin du sommeil d’amour’ ontroerde mij opnieuw. Het is een raadsel waarom dit meditatieve stuk muziek niet even bekend is als bijvoorbeeld het qua karakter erop lijkende Adagietto uit de vijfde symfonie van Mahler. De pianopartij is erg ‘vogelachtig’ en lijkt wat op wat je hoort in Le Reveil des Oiseaux. Bij navorsen blijkt dat Messiaen daar inderdaad vogelzang in heeft verwerkt. In de partituur meldt hij dit ook ‘Comme un chant d’oiseau’ maar hij schrijft niet de namen boven de notenbalken zoals hij in de beide andere genoemde composities wel deed. Volgens de musicoloog Kurt Schweizer is Messiaen daar pas later mee begonnen. Wel verwijst hij naar een notitie van Messiaen waarin deze de beïnvloeding meldt van de zang van de Nachtegaal, de Merel en …….. de Heggenmus. Helaas, waar precies is niet duidelijk. En wat vaak het geval is bij Messiaen, als je het weet, herken je vogel, maar omgekeerd is het een stuk moeilijker.
Opvallend blijft wel dat de Heggenmus niet een van de 80 West-Europese vogels is die Messiaen laat voorkomen in zijn Catalogue d’Oiseaux. Dat hij daarin wel de zang van de Alpenheggenmus (Prunella collaris) honoreert heeft te maken met het feit dat hij veel in de Alpen verbleef. Maar de zang van die vogel is anders dan die van zijn plattelandsbroeder. 



Eerste regel van de pianopartij in deel 6 van de Turangalîla-symfonie, Olivier Messiaen (1908-1992)

Kurt Schweizer. Meisterwerke der Musik. Olivier Messiaen Turangalîla-Symfonie 

(Bericht gewijzigd op 24 maart 2015) 

donderdag 12 februari 2015

VOGELZANG UIT EEN TUBE?

Het moge duidelijk zijn dat componisten zich graag laten inspireren door het gezang van vogels. Dit heeft geleid tot veel composities waarvan die zang, al of niet bewerkt, deel uitmaakt. Voor dichters geldt hetzelfde, ook in geschreven taal kun je vogelzang suggereren. Daar zijn veel voorbeelden van bekend. Zouden er ook beeldende kunstenaars zijn die geprobeerd hebben om de zang van vogels in hun werk op te roepen? Er is mij één, zij het twijfelachtig, voorbeeld bekend. Dat is Le chant du rossignol a minuit et la pluie matinale (De zang van de nachtegaal om middernacht en de ochtendregen) van de Spaanse surrealistische schilder Joan Miro (1893-1983).


Hij werd geïnspireerd door het gelijknamige gedicht van de eveneens surrealistische Franse dichter André Breton. In het schilderij kun je een paar vogelfiguren ontwaren en in de kleuren en vormen, met enige fantasie, een afschildering van de zang. In het gedicht is daarvan niets terug te vinden. De eerste twee regels verraden al direct het surrealistische karakter ervan.

De G-sleutel kruist de maan. 
De kever is ingelegd op de punt van het zwaard van de kroning. 
. . . . . . 

De naam van de nachtegaal komt ook in de overige regels niet voor. Het lijkt ook niet over deze vogel over te gaan. De Franse klarinettist en componist Pierre Dutrieu heeft het gedicht van Breton in 2014 op muziek gezet voor stem, vijf instrumenten en elektronica. Net als in het gedicht treedt ook daarin nachtegaal niet op.
Daarmee is het schilderij toch een raadsel, maar te mooi om hier niet weer te geven.