maandag 6 februari 2017

VOGELZANGERS IN MUZIEK

Van de week hadden we de internetradio op France Musique gezet. Opeens klonken er vogelgeluiden door de kamer. Vreemde vogels, niet tot soorten terug te brengen. Even googlen tot de speellijst was gevonden en de naam van de uitvoerders was achterhaald: Les chanteurs d’oiseaux. Toen naar You Tube om de groep ook te kunnen zien. Wat bleek: het kunstfluiten is terug van weggeweest. Maar het beeld van de variétéartiest die influit op een bandje met Schenkt man sich Rosen in Tirol of Droomland, moeten we nu wel bijstellen. De twee leden van deze groep hebben het kunstfluiten tot kunst verheven. Ze omringen zich met instrumentale vaak klassieke artiesten en creeren zo een new-age-achtige sfeer. Ze beperken zich daarbij tot het produceren van geluiden die van vogels zouden kunnen zijn, er wordt niet geprobeerd om bestaande vogels te imiteren. Luister maar eens naar hun Le live de la Matinale. Heel artistiek en soms ook komisch, maar de associatie met de ‘oude’ kunstfluiters verdwijnt zo toch niet helemaal.
Ja, smaken verschillen.

woensdag 1 februari 2017

SPAAR DE SPOTVOGEL

“Je vader (Atticus) heeft gelijk, spotlijsters doen niets anders dan mooie muziek voor ons maken. Ze vreten je tuin niet op, nestelen niet in je maisdroogschuur, ze doen niets anders dan hun keeltje schor zingen voor ons. Daarom is het zonder om een spotlijster dood te schieten”, aldus juffrouw Maudie in de fantastisch geschreven roman Spaar de spotvogel uit 1960 van Harper Lee.
Terwijl ik deze passage onlangs las kwam het door Betti Page beroemd geworden lied Mockin’Bird Hill uit 1951 in mij op.

Tra-la-la, tweedlee dee dee it gives me a thrill 
To wake up in the morning to the mockin' bird’s trill 

Het zou goed kunnen dat de tekstschrijver zich heeft laten inspireren door de zang van de spotlijster (Mimus polyglottos). In zijn gevarieerde zang, waar veel imitaties in te horen zijn, hoor je al gauw het stukje uit het refrein. Toch lijkt mij dat toeval. De muziek van Mockin' Bird Hill is namelijk gebaseerd op een Zweedse instrumentaal liedje uit 1915 met de naam Livet i finskogarma (Leven in de Finse wouden). Daarin is geen vogel te horen, laat staan de Noordamerikaanse spotlijster. Die komt niet eens in Zweden voor.
In de tekst verderop kom je ook nog de oosterse nachtzwaluw (Antrostomus vociferus) tegen.

Only me and the sky and an old whippoorwill 
Singing songs in the twilight on Mockin'bird Hill 

Diens zang, overigens heel anders dan van onze nachtzwaluw, valt in het geheel niet terug te brengen op Tra-la-la, tweedlee dee dee. Hij herhaalt immers voortdurend zijn naam.
Dit alles doet natuurlijk niets af aan de welluidendheid van het lied. Bij mij heeft het nog dagen als oorworm huisgehouden. Dat krijgt geen enkele vogel voor elkaar.