woensdag 1 februari 2017

SPAAR DE SPOTVOGEL

“Je vader (Atticus) heeft gelijk, spotlijsters doen niets anders dan mooie muziek voor ons maken. Ze vreten je tuin niet op, nestelen niet in je maisdroogschuur, ze doen niets anders dan hun keeltje schor zingen voor ons. Daarom is het zonder om een spotlijster dood te schieten”, aldus juffrouw Maudie in de fantastisch geschreven roman Spaar de spotvogel uit 1960 van Harper Lee.
Terwijl ik deze passage onlangs las kwam het door Betti Page beroemd geworden lied Mockin’Bird Hill uit 1951 in mij op.

Tra-la-la, tweedlee dee dee it gives me a thrill 
To wake up in the morning to the mockin' bird’s trill 

Het zou goed kunnen dat de tekstschrijver zich heeft laten inspireren door de zang van de spotlijster (Mimus polyglottos). In zijn gevarieerde zang, waar veel imitaties in te horen zijn, hoor je al gauw het stukje uit het refrein. Toch lijkt mij dat toeval. De muziek van Mockin' Bird Hill is namelijk gebaseerd op een Zweedse instrumentaal liedje uit 1915 met de naam Livet i finskogarma (Leven in de Finse wouden). Daarin is geen vogel te horen, laat staan de Noordamerikaanse spotlijster. Die komt niet eens in Zweden voor.
In de tekst verderop kom je ook nog de oosterse nachtzwaluw (Antrostomus vociferus) tegen.

Only me and the sky and an old whippoorwill 
Singing songs in the twilight on Mockin'bird Hill 

Diens zang, overigens heel anders dan van onze nachtzwaluw, valt in het geheel niet terug te brengen op Tra-la-la, tweedlee dee dee. Hij herhaalt immers voortdurend zijn naam.
Dit alles doet natuurlijk niets af aan de welluidendheid van het lied. Bij mij heeft het nog dagen als oorworm huisgehouden. Dat krijgt geen enkele vogel voor elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten