FYITETTET
Sommige vogels hebben alles in zich om in muziekstukken
geciteerd te worden.
Ze zijn algemeen, zingen opvallend en hebben een mooi
verenkleed.
Ze hebben alleen als handicap dat ze geen onderwerp zijn van
volksverhalen en nergens als symbool worden ingezet. Ze leggen het af bij de
Koekoek, de Nachtegaal en de Leeuwerik. Zo’n vogel is bijvoorbeeld de Gekraagde
roodstaart (Phoenicurus phoenicurus) een zomergast in heel Europa.
Hij zingt
niet luid en haalt je dus niet uit je slaap, ondanks het feit dat hij ’s
morgens meestal als eerste vogel zingt. Maar een oplettend componist moet hem op
een wandeling zeker opmerken. Toch komt hij ook bij Messiaen, de vogelcomponist
bij uitstek, maar twee maal voor. Het duidelijkst in Le Loriot uit Catalogue d’oiseaux,
de eerste keer via een korte strofe direct na de eerste zes strofen van de
wielewaal (filmpje).
Al googlend naar meer muziekvoorbeelden kwam ik een aardig gedicht
tegen waar de dichter een poging doet om de zang fonetisch weer te geven. Het is
van de onbekende Finse dichter Eero Lyyvuo (1904-1977) en heeft de titel Een gekraagde roodstaart tot een plaaggeest.
Fyitetettet, fyitetettet
schaam je dat
je nog niet aan het
weggaan bent.
Fyitetettet,
ga weg
Too-tritito!
Steeds weer die hogere, beklemtoonde beginnoot gevolgd door
een paar wat lagere noten. Gemakkelijk te herkennen.
Komend voorjaar dus goed opletten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten