zondag 8 december 2013

DE TORTELDUIF VAN BACH

In het lied Du wollest dem Feinde nicht geben die Seele deiner Turteltauben uit cantate BWV 71 heeft Bach het koeren van een tortelduif verwerkt. Je hoort het in de zangpartij en in de orkestbegeleiding.


Dit feit werd mij aangereikt door Maarten 't Hart in zijn boek 'Du holde Kunst'.
Om te kunnen beoordelen of de muzikale weergave van dat koeren geslaagd is zou je moeten weten welke duif Bach voor ogen had. In ieder geval niet de Turkse tortel. Die broedde tot 1900 alleen in Turkije en kan dus nooit door Bach gehoord zijn. Wat hij wel gehoord kan hebben is de Zomertortel (Streptopelia turtur), een vogel die vroeger veel meer te horen was dan nu, ook in de omgeving van Mühlhausen waar Bach die cantate schreef.


Foto: Zomertortels

Als je luistert naar het koeren in het koor en het koeren van de tortel zelf, moet je toegeven dat de gelijkenis niet erg sterk is, ook als het het stuk langzamer gespeeld wordt, zoals Maarten ‘t Hart graag zou willen. Er is echter een andere duivensoort die in gedichten en muziekstukken ook als tortelduif wordt aangemerkt, namelijk de witte kweekvorm van de tamme of huisduif. Op afbeeldingen zie je ze vaak in tweetallen als liefdespaar afgebeeld. Nu stammen alle gekweekte duiven in volieres, dus ook de witte 'tortelduiven', af van de Rotsduif (Columba livia). Dat geldt ook voor de stadsduiven. Bach heeft die ook ongetwijfeld wel eens gehoord. De tremolo in de zang van die duiven en ook die van witte sierduiven lijkt ook op het koeren in Bach’s cantate. Die kan hij dus ook als uitgangspunt gehad hebben. Een stuk banaler, maar niet minder waarschijnlijk.

(Aanvulling dd. 12 februari 2014
Als je de noot na de noot met het tremoloteken ook als deel van het koeren beschouwt krijg je echt de roe-koe van de stadsduif.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten