zondag 1 december 2013

TWIJFELACHTIGE VOORBEELDEN UIT DE LITERATUUR

Veel mooie voorbeelden vallen af omdat er, naast enige gelijkenis met de zang van een specifieke vogel, geen andere bewijzen voorhanden zijn.
Zo horen vogelliefhebbers in het derde deel van de vierde symfonie van Mahler een wulp. Het lijkt er inderdaad op, maar naast het feit van de herkenning is er geen enkel bewijs dat Mahler het ook zo bedoelde.
Een ander voorbeeld is de zogenaamde Spatzenmesse (Missa Brevis KV 220) van Mozart, zo genoemd door de op het getjilp van mussen gelijkende vioolthema in het Sanctus. De naam is echter niet door Mozart zelf opgevoerd. We missen aanvullend bewijs.

Hetzelfde geldt voor Ein Musikalischer Spass KV 522 van Mozart dat geïnspireerd zou zijn op de zang van een spreeuw. Bekend is dat Mozart toen hij het stuk componeerde een spreeuw had en daaraan erg gehecht was. Er is echter geen enkele opmerking van Mozart bekend over de rol van die spreeuw in zijn compositie.
En dan Beethovens pianosonate opus 79. Je hoort in het eerste deel veelvuldig de aflopende terts van de koekoek. Maar de bijnaam ‘Koekoekssonate’ is pas later ontstaan en geen bewijs voor een opzet om de koekoek te citeren.
Zo heb ik ook mijn twijfels bij het Leeuwerikkwartet van Haydn (op 64). Inderdaad laat de eerste viool in het eerste deel een paar mooie riedels horen die je met enige fantasie ook bij een leeuwerik kunt horen.  Maar of Haydn zich hiervan bewust was is niet te bewijzen. De bijnaam is ook pas later gegeven.
Je hoort ook wel eens Die Zauberflöte van Mozart noemen als voorbeeld. In de aria ‘Der Vogelfänger bin ich ja’, kom je mooie loopjes tegen die aan een vogel doen denken. Die zijn echter niet terug te brengen op een specifieke soort. Het is algemene vogelzang bedoeld om te lokken, niet om te imiteren.
Dit doet natuurlijk niets af aan de waarde van de genoemde stukken.  Ook zonder vogels is het allemaal prachtige muziek .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten