zaterdag 20 september 2014

VOGELZANG DIGITAAL OF ANALOOG?

Componisten kunnen via verschillende technieken vogelzang in hun composities verwerken. Heel lang gebeurde dat via muziekinstrumenten of de menselijke stem. Omdat vogels zich niet houden aan ons harmonisch toonsysteem kan de nabootsing op een instrument nooit volledig natuurgetrouw zijn. Koekoeken trekken zich niets aan van de afstanden tussen de gaten op een klarinet of fluit en Nachtegalen hebben maling aan onze toonladders. Overigens werden niet altijd de traditionele muziekinstrumenten voor die nabootsing gebruikt. Er was al vroeg een keur aan vogelfluitjes in de handel waarmee toch een zekere herkenning bereikt kon worden. Een mooi voorbeeld van de toepassing van zulke instrumenten is de Speelgoedsymfonie van Leopold Mozart waarin je onder meer een koekoeks-, een nachtegaal- en een kwartelfluitje hoort.


Foto: Vogelfluitjes

Met de ontwikkeling van de geluidsapparatuur was het mogelijk om vogelzang vast te leggen en later te reproduceren. Vanaf 1920 lagen geluidsopnamen en afspeelapparatuur gewoon in de winkels te koop. Daardoor kon de Italiaanse componist Respighi in 1924 in zijn compositie Pini di Roma zonder protest het afspelen van een plaat met nachtegaalzang voorschrijven. Hij was daarmee de eerste. Zie ook blogbericht dd. 15 november 2013.
Het voordeel van een instrument boven een geluidsopname is dat de zang van de vogel beter in de muziek geïntegreerd wordt. Moderne componisten kunnen datzelfde bereiken door de opname digitaal te bewerken. De vogel kan daarbij zijn specifieke klank behouden. Luister hoe Kate Bush in het nummer Aerial Tal een merel en een houtduif naar haar hand zet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten