vrijdag 9 januari 2015

ZANG OF ROEP?

Naast hun zang beschikken zangvogels over een groot repertoire van roepen. Contactroepen, lokroepen, trek- of vluchtroepen, bedelroepen en alarmroepen, ze zijn het hele jaar door te horen. Voor gespecialiseerde vogelaars zijn ze vaak de enige manier om soorten tijdens de trek te herkennen. Bij sommige soorten (ekster, gaai) stelt de zang weinig voor en hoor je vooral de roepen. Bij andere soorten denk je de roep te horen, maar gaat het juist om de zang. Koekoek en Tjiftjaf roepen niet, maar zingen hun naam.
Een mooi voorbeeld van de verwarring zang-roep is het bekende strijkkwartet op 96 (‘Amerikaans’) van Antonin Dvorák. In het derde deel, na ongeveer 18 seconden, zou Dvorák volgens zijn biografen de zang van de Scarlet Tanager of Zwartvleugel Tanager (Piranga olivacea) bewust verwerkt hebben in de partij van de eerste viool. Hij hoorde de vogel toen hij, tijdens zijn verblijf in de New York, de zomer doorbracht op het land. ‘Een vervloekte vogel,’ noteerde hij, ‘rood met enkel zwarte vleugels.’ De zang, die hij gehoord moet hebben, is nergens in het betrokken deel te horen. Wel de vrij kenmerkende roepkeep-back’ of 'tic-burr'.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten